- pakken
- {{pakken}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [te voorschijn halen] get, take, fetch2 [vastnemen] catch, grasp ⇒ grab, 〈grijpen〉 seize3 [betrappen] catch4 [inpakken] pack ⇒ wrap up 〈cadeautje〉5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:1 even mijn agenda pakken • (just) let me get my diaryeen extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a penpak een stoel • grab a chair; 〈informeel〉 take the load off your feet2 een kind (eens lekker) pakken • 〈knuffelen〉 hug/cuddle a childdan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the arm〈figuurlijk〉 proberen iemand te pakken te krijgen • try to get hold of someoneiets te pakken krijgen • lay one's hands on something〈figuurlijk〉 iemand te pakken nemen • have a go at someone〈figuurlijk〉 ik heb hem te pakken • 〈telefoon〉 I've got himnou heb ik je te pakken • got you!/; 〈informeel〉 gotcha; 〈jacht〉 soho!de verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own age3 de daders zijn nooit gepakt • the offenders were never caught4 zijn boeltje bij elkaar pakken • pack (one's bags)7 een kou te pakken hebben • have a coldhet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the bus10 〈voetbal〉 iemand vies/smerig pakken • tackle someone viciouslyze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈bij de neus nemen ook〉 they really made me look sillyII 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:1 dat boek pakt van begin tot eind • that book grips you from first to lasthet betoog pakte de toehoorders • the speech held the audienceIII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een contact bewerkstelligen] hold, grip 〈anker, rem〉; bite 〈sleutel, wiel〉; take 〈verf〉2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:2 de sneeuw pakt • the snow is packing3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.